#Throwbackthursday

Yamila Idrissi en Rachid BenzineDubbelinterview tussen Rachid Benzine en Yamila Idrissi, verschenen in Knack van woensdag 20 november 2013.
Journaliste Han Renard, Copyright foto: Franky Verdickt. 

“We moeten de islam de kans geven om zich over te planten naar andere culturen”

De islam verkeert in crisis en moet opnieuw aansluiting vinden bij de eigen intellectuele traditie en bij modern wetenschappelijk onderzoek. Dat betoogt de Franse islamoloog Rachid Benzine in een tweegesprek met Vlaams Parlementslid Yamila Idrissi. ‘Mijn droom is het om in Europa de belangrijkste universiteit van de islam op te richten.’

Met zijn indrukwekkende gestalte, hippe jasje, zonnebril en iPhone heeft hij veeleer de looks van een filmster dan van een islamgeleerde die hele dagen over de Koran gebogen zit. Maar Rachid Benzine is dan ook geen doorsnee-intellectueel. Hij is een islamoloog met een grote liefde voor hiphop die ooit kickbokste op hoog niveau en die nu tegen de heilige huisjes van de traditionele islam aanschopt. Benzine wil een moderne benadering van de Koran ingang doen vinden, gebruikmakend van inzichten uit de menswetenschappen en de literatuurkritiek. Hij huldigt de stelling dat elke tijd en elke samenleving een eigen Koran oplevert. We zijn samen met Vlaams Parlementslid Yamila Idrissi (SP.A) naar Parijs gereisd om hem te ontmoeten en naar zijn ideeën te gaan luisteren, een paar dagen voor hij op uitnodiging van Idrissi in Brussel met KVS-directeur Jan Goossens in debat gaat over de mogelijkheid van een ‘Europese islam’. Benzine en Idrissi kennen elkaar al jaren. ‘Rachid is voor mij een soort soulmate’, zegt Idrissi.

Ze zijn allebei geboren in Marokko, allebei op jonge leeftijd naar Europa verhuisd, en allebei, hij als onderzoeker, zij als politica, erg begaan met het lot van migrantenjongeren die in onze steden hun heil zoeken in een rigide beleving van de islam. Het wordt dan ook een hartelijk gesprek, daar op het buitenterras van Le Marly, het museumcafé van het Louvre, waar het achter de glaswanden ook in de zwakke herfstzon goed toeven is.

Meneer Benzine, u bent dus een gewezen kickbokskampioen?

Rachid Benzine:(lacht) Ik had een vriend die wereldkampioen kickboksen was en die een zaal opende in onze buurt. Ik ging er aanvankelijk alleen heen om te trainen. Maar al snel kreeg ik de smaak te pakken. Van competitie naar competitie heb ik het in 2005 inderdaad tot nationaal Frans kampioen geschopt. Vervolgens ben ik me fulltime gaan inzetten voor een ander gevecht, dat overigens een pak lastiger is dan kickboksen. Op het eind van een lezing ben ik vermoeider dan na een wedstrijd. Moslims denken namelijk dat ze exact weten wat de islam inhoudt. Maar ze zien de Koran alleen als een heilig boek, waarin alles letterlijk te nemen is, en kunnen de dingen niet in hun historische context plaatsen. Een context die overigens moeilijk te achterhalen valt. We hebben geen documenten die ons iets kunnen leren over de gebeurtenissen in de Koran en over de vroege islam in het Arabië van de zevende eeuw. De secundaire literatuur over de Koran ontstaat pas twee eeuwen later, in de stedelijke samenleving van Bagdad.

U haalt dan ook het bestaande beeld dat moslims van hun godsdienst hebben onderuit.

Benzine: Heel wat gelovigen denken dat ze een rechtstreekse verbinding hebben met de profeet, maar elke tijd brengt zijn eigen lezing van de Koran voort. In de negende eeuw werd de Koran anders begrepen dan in de vijftiende eeuw. Of neem de gelijkheid tussen man en vrouw. Je mag niet verlangen van een tekst uit de zevende eeuw om daar iets zinnigs over te zeggen. De gelijkheid tussen man en vrouw is een overwinning van de laatste vijftig jaar. Heel het leven zit niet in de Koran. Het is belangrijk om dat in te zien. Ik zeg ook vaak: God is geen stoplap, God moet een open vraag blijven. Ik wil moslims instrumenten aanreiken voor een levendig en kritisch geloof.

Maar voor de meeste moslims ís de Koran toch gewoon het woord van God?

Benzine: Dat is waar, maar de meeste moslims zijn dan ook onwetend over hun eigen traditie. Tussen de zevende en de dertiende eeuw waren er verschillende theologische scholen en totaal uiteenlopende interpretaties van de Koran binnen de islam. Hedendaagse moslims hebben met die traditie gebroken. De islam verkeert in crisis. Om die crisis op te lossen, moeten moslims opnieuw aansluiting vinden bij hun eigen intellectuele traditie en bij modern wetenschappelijk onderzoek.

In Brussel heeft intussen een op de vier inwoners een moslimachtergrond. Moslims worden ook steeds zichtbaarder in het straatbeeld.

Benzine: In Parijs is dat minder het geval, de meeste Marokkaanse migranten zitten immers in Brussel. (lacht) Maar sinds de jaren negentig wordt de islam voor jonge moslims steeds belangrijker als uiting van de eigen identiteit. Vaak gaat het dan nog om een op het internet bij elkaar geknutselde islam, want bij de imam gaan die jongeren vaak ook niet meer te rade.

Yamila Idrissi: Maar neem de Belgische overheid. Die heeft nauwelijks interesse voor de op één na belangrijkste godsdienst van het land. Wie een moskee wil inrichten, wordt niet geholpen. Ongeveer zeventig procent van de beschikbare middelen gaan naar de katholieke kerk, en maar zes procent naar de islam. Landen als Saudi-Arabië daarentegen staan wel altijd klaar om de nodige fondsen te verstrekken. Maar daarmee importeer je ook het wahabisme, het salafisme, fundamentalistische stromingen binnen de islam, en niet de islam die wij kennen uit Marokko, Rachid. Het is dus voor een stuk ook de schuld van de Belgische overheid. Jonge moslims zijn op zoek naar zingeving. De overheid moet ervoor zorgen dat die jongeren in contact kunnen komen met een moderne islam, want die bestaat ook.

Maar hoe komt het dat die zonen en dochters van migranten, die hier geboren en getogen zijn, zich vandaag op de eerste plaats als moslim definiëren en zo vatbaar blijken voor radicalisering?

Benzine: Dat heeft te maken met de mondialisering en met het internet, waardoor er een wereldwijde religieuze markt is ontstaan. Daarnaast is er de geopolitieke context, met de explosieve situatie in het Midden-Oosten, die maakt dat de anderen hen ook op de eerste plaats als moslims zien. Ook als ze dat zelf niet doen. In Frankrijk werden moslimmigranten eerst heel lang les beurs genoemd, dan les Arabes , maar vandaag dus les musulmans . Voorts zijn er imams die politieke munt uit de islam proberen te slaan. En er is de islam-pétrole , de aardolie-islam die sinds een jaar of twintig een streng gereglementeerde, maar intellectueel bijzonder arme variant van de islam over ons uitgiet.

Idrissi: Maar het blijft opmerkelijk dat die salafisten zo makkelijk gehoor vinden bij jongeren die hier zijn opgegroeid. Bij migranten van de derde generatie.

Benzine: De Franse en ik vermoed ook de Belgische samenleving heeft die migrantenjongeren te weinig kansen gegeven. Ze krijgen geen toegang tot de maatschappelijke elite. En dus gaan ze zich heel sterk identificeren met de religieuze groep waartoe ze behoren. Ze vluchten in de islam. Dat uit zich vooral op het gebied van de voeding en de kleding. Maar dat schept problemen want eten is heilig voor de Fransen! Dat raakt echt aan het hart van hun cultuur. (lacht) Wat? Ik nodig je uit aan mijn tafel en jij wilt niet eten wat ik eet? Voor de gemiddelde Fransman is dat niet te vatten. Het is haast erger dan in een djellaba rondlopen.

Idrissi: We hebben meer mensen als Rachid nodig: moslims met lef die af en toe een intellectuele bom kunnen gooien. Maar ik geloof wel dat onder de migrantenjongeren die in Europa zijn opgegroeid in een traditie van vrij denken een nieuwe, Europese islam kan ontstaan.

Benzine: Misschien wel, maar op dit moment kan ik mijn boodschap makkelijker kwijt in landen als Marokko dan in Europa. De moslims hier hebben een denkbeeldige islam geconstrueerd die je onder geen beding ter discussie mag stellen.

Idrissi: Je zegt ook dat je Le Coran expliqué aux jeunes hebt geschreven omdat je op je vijftiende graag zelf zo’n boek had willen lezen. Welnu, ik denk ook dat veel jongeren zich vandaag dezelfde vragen stellen als jij destijds en antwoorden zullen vinden in jouw boek. Wat jij hen voorhoudt, is eigenlijk: wees kritisch en denk voor jezelf. En dat is volgens mij niet alleen een kwestie van religieuze emancipatie, maar van emancipatie als individu tout court .

Betekent een Europese islam een islam waarin westerse waarden als de scheiding tussen kerk en staat en de gelijkheid van man en vrouw worden aanvaard, evenals zaken als homoseksualiteit?

Benzine: Ik denk niet dat moslims snel homoseksualiteit zullen aanvaarden. Dat is ook een cultureel gegeven. Maar de meerderheid van de Europese moslims heeft volstrekt geen moeite met de scheiding van kerk en staat en beleeft zijn geloof op een vreedzame manier. Je moet die meerderheid wel in bescherming nemen, want er is een kleine maar actieve minderheid die beweert de authentieke islam in pacht te hebben. Die tegen de andere moslims in de wijken zegt: jullie kennen de echte islam niet. Er ontstaat een opbod over wie de beste moslim is. Daarom moeten regeringen en scholen zorgen voor antivirussen tegen een discours dat zich afkeert van de samenlevingen van aankomst en soms ook aanzet tot geweld. Vergeet ook niet dat de Arabische cultuur in een diep dal zit. We moeten de islam dus loskoppelen van de Arabische cultuur en de kans geven zich over te planten naar andere culturen.

Idrissi: Maar wie in Brussel imam wil worden, kan voorlopig haast alleen naar een door Saudi-Arabië gesponsorde privéschool. Waarom zouden we niet in Brussel een Europees centrum voor hedendaagse islam oprichten? Verder zou de staat ook moskeeën moeten subsidiëren. Liever één nette, grote moskee die goed gesubsidieerd en ook gecontroleerd wordt, dan twintig kleine moskeeën in garages en achterhuizen, waarvan we niet weten wat er wordt gezegd.

Benzine: Mijn droom is het om in Europa de belangrijkste universiteit van de islam op te richten. Om te komen tot een Europese islam die zich verzoent met de moderniteit. Want het is nobel en goed om moskeeën te erkennen en te subsidiëren, maar veel belangrijker is de vraag: welke islam komt daar aan bod? Imams moeten theologisch en historisch worden onderlegd. Want de staat moet zijn burgers ook beschermen tegen sommige varianten van de islam. Maar het is geen toeval dat je deze conservatieve, sterk beregelde en op religieuze identiteit gebaseerde islam zo sterk terugvindt bij de derde generatie migranten. Sociologisch is het altijd de derde generatie die droomt van terugkeren naar de – vermeende – bron.

Dus we hebben het hier over een voorbijgaand fenomeen?

Benzine: Ja, op voorwaarde dat we die jongeren iets anders aanbieden dan wat je doorgaans aantreft in een islamitische boekenwinkel, dat wil zeggen bijna niets, behalve werkjes over wat er gebeurt na de dood en wat een goede echtgenote is. (lacht)

Idrissi: Of boekjes over de man-vrouwrelatie. Mogen mannen vrouwen de hand schudden? Prangende vragen. (lacht) Maar het is natuurlijk heel gemakkelijk om vanaf de zijlijn die jongeren te bekritiseren. Maar wat kunnen we doen?

Zeggen jullie het maar.

Idrissi: We moeten hen werk verschaffen, en hen ook voor vol aanzien.

Benzine: Ik denk ook dat Frankrijk en België in hun officiële geschiedschrijving veel meer rekening moeten houden met de immigratie uit de Maghreblanden. Een interessant voorbeeld is la marche pour l’égalité et contre le racisme in 1983 in Frankrijk.

Idrissi: Waar Nabil Ben Yadir net een film over heeft gemaakt.

Benzine: Precies. Uitgerekend een Belg van Marokkaanse origine maakt een film over een vergeten stukje Franse geschiedenis, de mars tegen racisme van 32 zonen en dochters van migranten, dwars door Frankrijk. 100.000 mensen stonden hen in Parijs op te wachten. De jongeren van vandaag weten niet wat hun grote broers en zussen toen hebben gedaan. Dat wordt allemaal te weinig in de verf gezet. Veel moslims hebben het gevoel dat ze niet als volwaardige burgers worden beschouwd. Daarom dromen ze van een geïdealiseerde islam.

Maar ze lijken vaak heel de samenleving waarin ze zijn geboren en opgegroeid te verwerpen.

Benzine: Als ze die echt zouden verwerpen, zouden ze vertrekken.

Eigenlijk willen ze er juist heel graag deel van uitmaken?

Benzine: Natuurlijk. Waar ze echt van dromen, is volop meedoen met de consumptiemaatschappij. Ik heb vrienden salafisten wier grote wens het is de banlieue te verlaten en in een villawijk te gaan wonen. Het is ook geen toeval dat uitgerekend de salafisten veel investeren in de economie. Het zijn goede ondernemers. Salafisten combineren een liberale economische ideologie met religieus conservatisme. In dat opzicht zijn ze heel Amerikaans.

Is er een klimaat van islamofobie sinds de aanslagen van elf september?

Benzine: Moslims hebben het lastig, zoveel is zeker. Je kunt heel goed rationeel proberen uit te leggen dat gewelddadige moslims echt een superkleine minderheid vormen binnen de grote groep, vaak is dat verloren moeite. Maar moslims moeten ook begrijpen dat westerse samenlevingen bang zijn. En dat te grote zichtbaarheid en te veel uiterlijke kentekenen van de islam storend werken en het samenleven niet bevorderen.

Steeds meer veertigers, mensen van mijn generatie, beginnen ook in te zien in wat voor een doodlopend straatje dit soort ‘identitaire’ islam ons heeft gevoerd. Welke ravages de islam die ze de voorbije twintig jaar hebben gepromoot, heeft aangebracht. Een vriend van mij was heel lang een van de leidinggevenden binnen l’Union des Organisations Islamiques de France . Hij is nu een boek aan het schrijven over twintig jaar islammilitantisme en de fouten die de islam in Frankrijk heeft gemaakt. De titel wordt: je suis islamiste mais je me soigne (ik ben islamist maar ik behandel me). (lacht) Zo zie je maar.

Idrissi: We hebben ook meer succesverhalen en rolmodellen nodig. Niet alleen kickboksers en intellectuelen zoals jij, Rachid, maar mensen op alle maatschappelijke gebieden naar wie jongeren kunnen opkijken.

Krijgen jullie niet vaak de vraag: waar zijn al die gematigde moslims? Waarom horen we ze niet?

Idrissi: Zeker, maar de media zijn doorgaans niet geïnteresseerd in wat gematigde moslims te vertellen hebben. Iemand met een tulband en een baard die jihad roept, is veel interessanter.

Benzine: Wat ook meespeelt, is dat gematigde moslims geen zin hebben om samen te vallen met hun godsdienst. Ik heb een broer die binnenskamers ontzettend te keer gaat tegen salafisten, maar hij zal zich publiekelijk niet uitspreken. Hij heeft geen zin om alleen als moslim te worden bekeken.

Rachid Benzine, u bent wel in uw pen gekropen om een meisje te verdedigen dat in Marokko drie maanden gevangenisstraf had gekregen voor roken in het openbaar tijdens de Ramadan. Waarom hebt u dat gedaan?

Benzine: Omdat het onaanvaardbaar is. En omdat ik geloof in gewetensvrijheid. Voeg daarbij dat de Koran op dit punt veel coulanter is dan de Marokkaanse grondwet. De Koran vraagt zulke strenge straffen helemaal niet. In de samenleving waarin de Koran ontstond, werd er eeuwig en altijd over alles onderhandeld. Men vond altijd een compromis. De Koran zegt doorlopend: als u dit niet kan doen, doe dan dat, als dat ook niet lukt, probeer dan nog eens wat anders. Zo gaat dat maar door. Waarom? Omdat je in de samenleving van die tijd niet zomaar je eigen overtuiging aan anderen mocht opleggen.

Hebt u achteraf veel haatmails ontvangen?

Benzine: Wel integendeel, ik heb juist veel steunbetuigingen gekregen. In de praktijk zijn veel moslims vooruit op hun imams en theologen. Of denkt u dat in Saudi-Arabië de alcohol niet rijkelijk vloeit? Er is zoveel hypocrisie in die landen. Het is ook nauwelijks te bevatten hoeveel schade die petroleumislam aan de hele moslimwereld heeft toegebracht.

Waar zijn de Fatima Mernissi’s van vandaag?|Où sont les Fatima Mernissi d’aujourd’hui ?

(version française en-dessous)

Fatima MernissiVandaag een jaar geleden stierf mijn intellectuele soulmate Fatima Mernissi (1940-2015). Deze “Simone de Beauvoir van de Maghreb” was een Marokkaanse sociologe en mijn spiritueel kompas zoals ze het ook was voor generaties jonge moslimvrouwen. Toen ik zoekende was naar een identiteit tussen twee werelden in, boden haar boeken me een houvast en een antwoord op vele vragen. Voor mij maakte Mernissi duidelijk dat ‘moslim’ en ‘feminist’ geen spreekwoordelijke tegenstelling hoefde te zijn.

Zelfs na haar dood slaagde ze erin om mensen te verbinden en bruggen te bouwen. Samen met het Brusselse Kaaitheater organiseerden we op Internationale Vrouwendag een ontroerende hommage aan Fatima Mernissi. Het werd een avond boordevol magie. Om haar intelectuele erfenis te eren, besliste de Vrije Universiteit Brussel om een Leerstoel Fatima Mernissi op te richten. “Om het debat over emancipatie, macht en tegenmacht te stimuleren” zei VUB-rector Caroline Pauwels daarover tijdens haar maidenspeech.

Vrouwenrechten staan meer dan ooit onder druk. In Turkije werd een controversieel wetsvoorstel waardoor verkrachters met hun minderjarig slachtoffer zouden kunnen trouwen om straffen te ontlopen net niet goedgekeurd. Yezidi en andere vrouwen doorstaan dagelijks onwaarschijnlijke wreedheden in handen van IS-strijders. NGO’s schatten dat in Argentinië en Peru elke dertig uur een vrouw wordt vermoord. Er bestaat zelfs een woord voor: “femicidio” of “femicide”.

“Grab them by the Pussy” van Donald Trump was de seksistische prelude van een misogyne en weerzinwekkende presidentscampagne tegen zijn oponent Hilary Clinton. En het werkte.

En om het dichter bij huis te houden: uit een recente bevraging van de Europese Commissie blijkt dat 4 op 10 Belgen seks zonder toestemming goedpraten. En zo verovert Belgie een plek in de Europese achterhoede.

De profetische woorden van Simone de Beauvoir blijven schrijnend actueel: “Vergeet nooit dat een politieke, religieuze of economische crisis volstaat opdat de rechten van de vrouw opnieuw in vraag worden gesteld. Deze rechten zijn nooit verworven. Vrouwen moeten waakzaam blijven, hun ganse leven lang.”.

Daarom is het hoog tijd dat de nieuwe Fatima Mernissi’s opstaan en het terugschroeven van de rechten van de vrouw niet alleen aanklagen, maar ook daadwerkelijk aanpakken. Zoals Mernissi het deed door de pen en het denken als wapen te gebruiken. ”Laat daarom van je horen! Mannen en vrouwen samen. Want als we vandaag niet luidop spreken en schrijven, komt er een moment dat we moeten zwijgen, dat we moeten toegeven dat anderen het hebben overgenomen.”

Yamila Idrissi
Brussels Volksvertegenwoordiger voor de sp.a in het Vlaams Parlement

Fatima Mernissi

 

Aujourd’hui, cela fait un an que mon âme sœur intellectuelle, Fatima Mernissi nous a quitté (1940-2015). Cette « Simone de Beauvoir du Maghreb » a été une sociologue marocaine et ma boussole spirituelle comme elle l’a été pour des générations de jeunes musulmanes. Alors que j’étais à la recherche d’une identité entre deux mondes, ses ouvrages m’ont offert un point de repère et une réponse à de nombreuses questions. Pour moi, Fatima Mernissi m’a fait clairement comprendre que « musulmane » et « féministe » ne devaient pas nécessairement s’opposer.

Même après sa mort, elle est parvenue à lier les gens, à jeter des ponts. En collaboration avec le Kaaitheater bruxellois, nous avions organisé une vibrant hommage à Fatima Mernissi lors de la Journée Internationale de la Femme. Ce fut une soirée pleine de magie. Pour honorer son héritage intellectuel, la Vrije Universiteit Brussel a décidé de créer une Chaire universitaire Fatima Mernissi. « Pour stimuler le débat sur l’émancipation, le pouvoir et le contre-pouvoir », a déclaré la rectrice de la VUB, Caroline Pauwels lors de son discours inaugural.

Les droits des femmes sont plus que jamais sous pression. En Turquie, une proposition de loi controversée permettant aux violeurs d’épouser leur victime mineure a failli être approuvée. Les Yézidis et autres femmes supportent quotidiennement les atrocités improbables des combattants de l’EI. Des ONG estiment qu’en Argentine et au Pérou, une femme est assassinée toutes les trente heures. Il existe même un mot pour qualifier ces actes : « femicidio » ou « féminicide ».

Le « Grab them by the Pussy » de Donald Trump fut le prélude sexiste d’une campagne présidentielle misogyne et répugnante contre son opposante Hilary Clinton. Et cela a fonctionné.

Et pour se rapprocher un peu de chez nous : il ressort d’un récent sondage de la Commission européenne que 4 belges sur 10 n’ont aucun problème avec le sexe sans consentement. Et la Belgique remporte ainsi une place dans l’arrière-garde européenne.

Les paroles prophétiques de Simone de Beauvoir restent criantes d’actualité : « N’oubliez jamais qu’il suffira d’une crise politique, économique ou religieuse pour que les droits des femmes soient remis en question. Ces droits ne sont jamais acquis. Vous devrez rester vigilantes votre vie durant. »

C’est pourquoi il est grand temps que de nouvelles Fatima Mernissi se lèvent et dénoncent non seulement la réduction des droits des femmes, mais luttent aussi efficacement contre celle-ci. Comme Fatima Mernissi l’a fait en utilisant sa plume et sa pensée comme une arme. « Faites-vous entendre ! » Hommes et femmes ensemble. Car si, aujourd’hui, nous ne parlons pas ouvertement et n’écrivons pas, il viendra un moment où nous devrons nous taire, où nous devrons admettre que les autres ont pris le relais. »

Yamila Idrissi
Députée bruxelloise pour le sp.a au Parlement flamand

‘Ingenieur Mahlous of leerkracht Özkan blijven op onzichtbare muren botsen’

150526 Saida

Version française ci-dessous.

Turning Point. Zo noemt de 28-jarige onderneemster Sihame El Kaouakibi haar spin-off-bedrijf. “Ik wil en zal de CEO’s duidelijk maken dat er talent is. Ook bij mensen met een andere achtergrond.” Een betere naam had ze niet kunnen kiezen, want waar Vlaanderen na 50 jaar migratie staat, is precies een kantelpunt. Met de regelmaat van de klok verkondigen verschillende stemmen dat de integratie in ons land mislukt is. Het hangt af van welke bril je opzet, maar die discussie voer ik al lang niet meer. Om de simpele reden dat er nog groter onheil op komst is, als we al die verschillende brillen niet afzetten.

Zo is de belangrijkste conclusie van een studie in opdracht van de Koning Boudewijnstichting die vorige week verscheen dat de Marokkaanse en Turkse middenklasse groeiende is. Ze dichten de kloof, hoera! Gelijktijdig met die nieuwe status is er het groeiende bewustzijn van een hele generatie. Dubbele hoera, toch? Helaas niet, want ingenieur Mahlous of leerkracht Özkan blijven op onzichtbare muren botsen. De frustratie over discriminatie in ons onderwijs én op onze arbeidsmarkt neemt zelfs toe met het opleidingsniveau: wie hier geboren is en verder heeft gestudeerd, is vaker gedesillusioneerd. De helft (!) is zelfs ronduit gedemoraliseerd en voelt zich niet als Belg erkend. Wie kan het hen dan kwalijk nemen als ze elders een toekomst opbouwen waar ze wél naar waarde worden geschat? En wie verliest er dan in the end? Lees verder

‘Wij vonden u nochtans de beste kandidaat’

150326 Foto De MorgenUpdate: bekijk hier een interview met de RTBF naar aanleiding van deze opinie | voici une interview avec la RTBF à l’occasion de cet article d’opinion

Version française ci-dessous.

‘Ik kom mij excuseren’ is zijn openingszin. Ik ken hem niet, maar hij mij wel. Het is mei 2014 en de koorts stijgt. We zijn amper enkele dagen verwijderd van zondag verkiezingsdag en een van de laatste publieke debatten brengt me naar Muntpunt, in hartje Brussel. Het debat zelf ben ik al lang vergeten. De man in kwestie daarentegen vergeet ik nooit meer. Meteen na een debat vertellen mensen mij of ze het met me eens of oneens zijn, maar zich verontschuldigen? Ik ben even te beduusd om gevat te reageren. ‘Waarvoor dan?’ vraag ik hem uiteindelijk, na wat aarzelen, onbegrijpend. Hij: ‘Voor iets wat 15 jaar geleden gebeurde en wat mij tot op de dag van vandaag achtervolgt.’

En dan komt het. Hij: ‘Weet u nog, mevrouw Idrissi, toen u solliciteerde voor de directiefunctie van die grote Vlaamse instelling?’ Ik: ‘Ja, dat weet ik nog goed. Ik werd uiteindelijk niet gekozen, maar ik hield er wel een positief gevoel aan over. Ik nam die ervaring mee. Ze hielp me om mijn eerste stappen te zetten in de politiek.’ Hij: ‘Ik moet u helaas bekennen dat het anders is gelopen dan u altijd heeft gedacht. Ik was toen voorzitter van de jury en wij vonden u unaniem de beste kandidaat. We hebben u ook voorgedragen als beste kandidate, maar de directie besliste er anders over omdat u Yamila Idrissi heet. Voor een gekleurde naam, voor een “gekleurde madam”, daar was Vlaanderen niet klaar voor.’ Ik: ‘Ik begrijp het niet.’ Hij: ‘Ik begrijp het ook nog altijd niet, het spijt mij.’ Lees verder

De kijk van Idrissi # 2: “Le pain nu”

 

 

Rif

 

In Le Pain Nu geeft Mohamed Choukri een mooi beeld van de Rif, mijn geboortestreek in het Noorden van Marokko

Het was weer een moeilijke -donderdagavond –beslissing. Kiezen om de avond door te brengen met Jan Lauwers en zijn “Marketplace 76” of met Mohamed Choukri’sle pain nu”.

Marktplaats 76 vertelt het verhaal van een dorp dat wordt opgeschrikt door een ontploffing. Jan Lauwers schrijft met Marktplaats 76 een nieuw episch en caleidoscopisch verhaal. Nauwkeurig brengt hij verslag uit van de dorpelingen die door de tijd ingehaald en voortgestuwd worden. Hij rijmt donkere thema’s als rouw en verdriet, bloedschande en ontvoering, pedofilie en zelfmoord, met overdadige liefde, vriendschap, geluk en overleven. Zie hier het dilemma op een typisch Brusselse cultuuravond.

Wat uiteindelijk de doorslag heeft gegeven voor Mohamed’s ‘le pain nu’ is dat het een eenmalige vertoning is van de film van Rachid Benhadj en het verlangen om te zien hoe het boek werd verfilmd. En het feit dat ik schitterende voorstelling ‘Marketplace76’ reeds had gezien in wereldpremière op de Rhur triënnale.

Lees verder

Idrissi “De Islam heeft een Rik Torfs nodig” (interview De Standaard 17/03/12)

Yamila Idrissi, Vlaams parlementslid voor de sp.a, maakt zich grote zorgen over de islamitische jeugd in onze hoofdstad. ‘Die kansarme jongeren waar extremisten zich op richten, zijn vogels voor de kat.’
Zondag stappen de Brusselse moslims in een Grote Witte Mars samen voor vrede. ‘Ja, ik ben van plan om mee te gaan’, zegt Yamila Idrissi. Zij is Brusselse, moslima en Vlaams parlementslid voor de SP.A. ‘Ik kwam nooit in zijn moskee’, vertelt ze. ‘Maar ik weet wel dat de overleden imam een open en erudiete man was. Zeer populair in de buurt, ook. Hij was een Marokkaanse soenniet die zich bekeerd had tot het sjiisme, zoals dat beleden wordt in Iran en Syrië. Dat komt steeds vaker voor, de laatste jaren, zo’n bekering.’ ‘De dader was een salafist bij wie de stoppen waren doorgeslagen, wellicht uit woede over de gebeurtenissen in Syrië. Dit was geen religieuze, maar een politieke aanslag. Een eenmansactie ook, er zit gelukkig geen groepering achter.’ Toch maakt Idrissi zich grote zorgen, legt ze uit terwijl we door de buurt wandelen. ‘Ik ken hier veel ouders die met de handen in het haar zitten. Die elke dag hun hart vasthouden, omdat ze bang zijn dat hun kinderen in handen van extremisten zullen vallen. Onlangs hoorde ik nog het verhaal van een jongen die besloten had om naar Jemen te vertrekken, voor een grondige studie van de Koran. Zo’n jongen is een vogel voor de kat.’ Ze wijst in de richting van Zuidstation. ‘Daar’, zegt ze. ‘Aan de Stalingradlaan, daar vind je heel veel boekhandels waar je terecht kunt als je je wil verdiepen in de islam. Het probleem is dat je er geen enkel boek zal vinden dat je iets vertelt over de moderne islam, over de Europese islam. En dat klopt niet. Dat is een groot probleem, waarover wij ons dringend moeten bezinnen.’ ‘Door die aanslag hebben we het vandaag weer over het verschil tussen soennisme en sjiisme, maar au fond interesseert dat debat mij niet. Wat mij interesseert is hoe we de westerse islam van de toekomst samen vormgeven.’ (…) Die extremisten, wie zijn dat? ‘Brussel is vandaag een soort mini-Midden-Oosten, dus je moet ervan uitgaan dat alle strekkingen en alle conflicten hier vertegenwoordigd zijn. Dat hebben we nog maar eens gemerkt met die aanslag van maandag.’ ‘Heel wat mensen denken nog altijd dat de moslimgemeenschap een homogene groep is, maar dat klopt dus niet. Er zijn twee radicale strekkingen die vandaag sterk vertegenwoordigd zijn: het wahabisme, dat vooral uit Saudi-Arabië komt, en het salafisme, dat vooral wordt beleden door mensen die uit Pakistan komen. En wat mij vandaag verontrust, is dat steeds meer jongeren zich laten aanspreken door dat salafisme.’ Wat maakt het salafisme volgens u zo gevaarlijk? ‘Het biedt mensen een kant-en-klare manier van leven.’ Doet de islam dat sowieso niet? ‘Nee, het gematigde soennisme, waartoe de meeste Marokkaanse Belgen behoren en waarin ik ook ben opgevoed, gaat je bijvoorbeeld helemaal niet zeggen hoe je je moet gedragen. Over hoofddoek en baard kan voor een gematigde soenniet gediscussieerd worden: de ene vindt dat belangrijk, de andere niet.’ ‘Voor een salafist is er geen discussie: de hoofddoek is verplicht voor vrouwen, de baard voor mannen. Salafisten, en ook wahabieten, laten geen interpretatie toe en vinden dat je moet leven zoals de profeet in de zevende eeuw.’ Hoe behoeden we jongeren voor dat radicalisme? ‘De islam heeft een soort Rik Torfs nodig. We moeten imams opleiden aan onze universiteiten, en dus hebben we islamitische rechtsgeleerden nodig. Iemand die door een westerse bril naar de islam kijkt, die kritisch is, die vragen stelt over de Koran, die een lans durft breken voor de aanvaarding van homoseksualiteit, enzovoort.’ Bestaan dat soort islamitische Torfsen nog niet? ‘Ze bestaan, maar we hebben er meer nodig, ook in ons land. In Parijs doceert Rachid Benzine, die bezig is met een herinterpretatie van de islam – de Koran is voor hem geen bron van eeuwige waarheid, maar een boek dat geïnterpreteerd moet worden. Dat wordt door veel moslims met argwaan bekeken, maar het is belangrijk dat het gebeurt. Ik heb in Louvain-la-Neuve eens een lezing meegemaakt van Benzine, en toen waren er jongeren die zegden: “U slaat mijn hele wereldbeeld aan diggelen.” En dat is goed.’ Het volledige artikel kan u nalezen via de toegevoegde pdf DeStandaard_20120317_  DeStandaard 20120317 II

Wie roept Sharia4Belgium een halt toe?

Afgelopen weekend driegde ze er nog mee het Atomium op te blazen omdat het in hun ogen een symbool van afgoderij was.
Vlaams parlementslid Yamila Idrissi is boos en verontwaardigd. “Ofwel  hebben we hier te maken met een gevaarlijke groepering ofwel met een bende dorpsidioten maar in beide gevallen moet er iets gebeuren”, stelt Idrissi. Wanneer er echt gevaar dreigt moeten politie en gerecht hun werk doen maar wanneer dit niet het geval is moeten we hen volgens de politica vooral geen groter forum te geven dan ze verdienen.

Idrissi ergert zich aan het feit dat Sharia4Belgium de Islam keer op keer misbruikt. “Zo kunnen ze ook steeds rekenen op massale persaandacht waarin elke vorm van kritische berichtgeving ontbreekt”, stelt Idrissi. “Sharia4Belgium heeft niets met islam te maken en ze spreken al helemaal niet in naam van de Belgische moslims. Waarom ze dan steeds zo een forum geven? “ vraagt Idrissi zicht af.

In beide gevallen doen we er, volgens Idrissi, goed aan om hen een halt toe te roepen. “Never underestimate the power of stupid people, espacially when they are in groups”, besluit Idrissi.

De tranen van Mohamed

Gisteravond was op Canvas deel één van ‘Triq slama Mohamed’ te zien, een portret van een gastarbeider van de eerste generatie. YAMILA IDRISSI zag de tranen van de man en huilde mee, maar dan om een andere generatie. (DS opinie 14 dec 2011)

 

Ik ben een politicus. Ik stem decreten, wetten die het samenleven van mensen proberen te regelen. Het samenleven van voetgangers, fietsers en auto’s in de publieke ruimte bijvoorbeeld, en we noemen dat mobiliteit. Of het samenleven van mens en milieu, en we noemen dat duurzaam beleid. Of het samenleven van wie hier al is met wie van elders komt om hier te blijven: integratie.
Ik ben de dochter van een migrant van de eerste generatie. Ik ben een getuige van wat de regels die politici maken, doen met iemand die van elders komt. In tegenstelling tot andere samenlevingsregels, die gevoed worden vanuit tegenspraak, worden die voor integratie immers vooral geschreven vanuit het standpunt van wie er al was, en wat die verwacht van diegene die erbij komt.
In Triq slama Mohamed (‘Reis in vrede Mohamed’) van Loutfi Belghmidi wordt de gastarbeider Mohamed Abdeslam de verteller van een verhaal van hoop en pijn. Hij geeft een gezicht aan statistieken, en houdt zo een spiegel voor aan de politici die regels maken, maar ook aan de volgende generaties die soms die regels in vraag stellen.

Mohamed stelde geen regels in vraag. Hij leefde ernaar. Hij toont ons dat de hardwerkende Marokkaan van de eerste generatie, ongeschoold vaak, niet zoveel verschilt van de hardwerkende Vlaming of van de Limburgse en Italiaanse kompels die hij kwam aflossen in de mijnen. Hij wou vooruit, en deed dat werk alleen om te vermijden dat zijn kinderen het ook zouden moeten doen. Die moesten doen waar hij niet de kans voor gekregen had: studeren. Om documentaires te maken in plaats van erin te figureren. Of om erover te filosoferen.

Toen migratie eenvoudig was

Een van de meest ontroerende momenten in de documentaire is de confrontatie van de oude man met de plek waar hij als kind woonde, met zijn kindertijd ook. Maar tijd om kind te zijn, zo bleek, had hij niet lang gehad. Dat besef, nu hij die tijd wel had, brak een veer. Zijn tranen – bijna droog – wekten ook die van mij op, zijn ‘dochter’.
Het waren niet alleen tranen om de pijn van zijn generatie, maar onwillekeurig ook tranen om een generatie die vandaag in onze steden opgroeit zonder het verleden van Mohamed, zonder eigen verleden, met een zee van tijd die Mohamed te kort kwam, maar zonder de hoop op een betere toekomst die hij wel had. Ik vraag me af hoe zij over vijftig jaar zullen terugkijken naar de buurt van hun kindertijd, Molenbeek.

Migratie was, voor politici in elk geval, eenvoudiger toen de grenzen duidelijker waren. Je werd gevraagd, gekeurd, gescheept, je kwam aan, ging slapen, stond op en ging werken. Geen tijd voor inburgering. Dat gebeurde bij de buren, gratis. De procedures om migraties te organiseren die er niet waren, zijn eenvoudiger dan procedures om migraties te beheersen die er ongevraagd zijn. Mohamed in Triq slama weet van waar hij komt, waarom hij vertrok, en waarom hij gebleven is.

Hij is in vele opzichten een voorbeeld van geslaagde integratie en het bewijs dat zo’n succes niet afgemeten moet worden aan de kleren die hij draagt, maar aan de maatschappelijke positie die zijn kinderen bekleden. Mohamed geeft, ook in zijn vriendschap met de buren die hij meer dan veertig jaar niet zag, maar die hem hielpen met zijn papieren, een antwoord op de doodgravers van de multiculturaliteit: je kunt tegelijk anders zijn én behoren tot. Daar kan ik als politicus geen regels voor bedenken. Dat kun je alleen door verhalen te vertellen, zoals de makers dat in Triq slama doen.

Leonard Nolens schreef ooit: ‘Ik ben in Vlaanderen geboren, maar Vlaanderen is niet in mij geboren’. Nolens is een migrant van de tweede en derde generatie. In Brussel, Mechelen, Antwerpen en Gent worden generaties geboren in wie Brussel, Mechelen, Antwerpen of Gent niet geboren wordt. Die zich niet gewenst voelen in eigen stad. Niemand heeft hen wat gevraagd, het lijkt alsof niemand op hen zit te wachten. Wortels zitten nu eenmaal dieper in klei en leem dan in asfalt en beton.

We moeten, nu de regels van het samenleven in vraag worden gesteld, tijd maken. Tijd maken om samen te wenen, en samen te lachen. Triq slama geeft ons alvast een mooie aanzet.

‘Wakker worden, CD&V’

‘In plaats van onze minister onder vuur te nemen, zou de CD&V beter zelf wat meer haar best doen voor de steden’, zeggen enkele SP.A’ers in een reactie op CD&V’er Veli Yüksel.

De kritiek van Vlaams Parlementslid Veli Yüksel in het vorige nummer van Knack op het stedenbeleid van Vlaams minister Freya Van den Bossche, is SP.A-parlementsleden Yamila Idrissi, Jan Roegiers en Steve D’Hulster een beetje in het verkeerde keelgat geschoten. Yüksel had er in een opiniebijdrage voor gepleit dat minister Van den Bossche wat meer ijver aan de dag zou leggen voor de steden. Ook vroeg hij dat ze werk zou maken van een ‘horizontaal stedenbeleid’, en haar collega-ministers in de Vlaamse regering zou aanmanen om op hun beleidsgebieden voldoende oog voor de steden te hebben.

‘We zijn blij dat Veli Yüksel oproept tot meer aandacht voor de steden, maar hij richt zijn kritiek tot de verkeerde minister en de verkeerde partij’, zegt Yamila Idrissi. ‘Zo klaagt hij dat er in de steden te weinig kinderopvang is en dat de mobiliteit in de soep draait. Maar dat zijn uitgerekend CD&V-bevoegdheden in de Vlaamse regering! Het horizontale stedelijke beleid waarvoor hij pleit, is de hoeksteen van het beleid van Freya Van den Bossche, maar dan moeten de andere ministers natuurlijk wel meewillen. “Wakker worden CD&V!” zou ik zeggen. Dankzij minister Van den Bossche hebben de steden ook extra financiële ruimte gekregen. Ik zie de oproep van Veli Yüksel vooral als een wat onhandige poging om zijn imago in Gent in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen op te vijzelen. Maar dat neemt niet weg dat we in het Vlaams Parlement zeker bondgenoten kunnen zijn. Hoe meer zielen zich voor de steden inzetten, hoe meer vreugd.’

‘STEDENBELEID: WAKKER WORDEN, CD&V!’, HET ANTWOORD VAN YAMILA IDRISSI, JAN ROEGIERS EN STEVE D’HULSTER OP DE OPINIEBIJDRAGE VAN VELI YÜKSEL, KUNT U LEZEN OP WWW.KNACK.BE/OPINIE.